zondag 3 augustus 2025 om 10.00 uur

Gezamenlijke dienst in de Gereformeerde kerk
Voorganger(s): pastor Lenny Oosterom
Tekst(en): Prediker 2, 1-11 en Lucas 12, 13-21
Ouderling(en): Laurens Bosman, Piet Ooosterom
Organist: Bert de Pater

Orde van dienst voor de viering op zondag 3 augustus 2025
Om 10.00 uur in de Gereformeerde kerk van Haastrecht

Voorganger: Pastor Lenny Oosterom
Ouderling van dienst: Laurens Bosman, Piet Oosterom
Diaken: Jacolien Blonk

Begroeting door ouderling van dienst
Aanvangslied: Psalm 62: 1 en 5
Votum en groet
v. Onze hulp is in de Naam van de Heer
g. die hemel en aarde gemaakt heeft
v. die trouw is tot in eeuwigheid
g. en die niet laat varen het werk van zijn handen.
v. Genade zij u en vrede, van God onze Vader
   en van zijn Zoon, Jezus Messias,
   en de Geest die ons aanvuurt
   in geloof, hoop en liefde
g. Amen,

Zingen: Psalm 62: 6 en 7
 
Leefregel:  Kolossenzen 3:12-17
Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. Laat de vrede van Christus heersen in uw hart, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing voor God met heel uw hart psalmen, hymnen en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem.
Zingen: Lied 657:1, 3 en 4
Gebed om de opening van de Schriften
Kindermoment
Kinderlied, ‘Wij gaan voor even uit elkaar’

Schriftlezing: Prediker 2:1-11
Ik zei tegen mezelf: Kom, laat ik proberen de genoegens van het leven te smaken en te genieten van het goede. Maar ook dat, ontdekte ik, is enkel leegte. Vrolijkheid, zei ik tegen mezelf, is niet meer dan dwaasheid. En waar leidt vreugde toe? Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn, en ik greep die dwaasheid aan om te onderzoeken of ik in mijn wijsheid – want die behield altijd de overhand – kon ontdekken wat een mens het beste doen kan, dat luttel aantal levensdagen dat hij doorbrengt onder de hemel.
Ook heb ik grootse dingen ondernomen: Ik heb voor mezelf paleizen gebouwd en wijngaarden geplant. Ik heb tuinen en parken aangelegd en daarin tal van vruchtbomen geplant. Ik heb waterbekkens gegraven om een bos met jonge bomen te bevloeien. 7Ik heb slaven en slavinnen gekocht, en ook hun kinderen werden slaven in mijn huis. Ik bezat talrijke runderen, schapen en geiten, meer dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb goud en zilver opgestapeld en in de rijkdom gedeeld van koningen en landen. Ik heb zangers en zangeressen aangesteld en het genot geproefd van vele, vele vrouwen. Grootse dingen heb ik ondernomen en meer bezit vergaard dan iedereen die vóór mij in Jeruzalem heeft geregeerd. En bij alles wat ik voor mezelf verworven had, behield ik ook mijn wijsheid. Alles wat mijn ogen vroegen heb ik ze gegund, elke vreugde die mijn hart verlangde heb ik het gegeven, en ik genoot naar hartenlust van al het goede dat ik had verworven. Het was het loon voor mijn gezwoeg. Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had geen enkel nut onder de zon.

Zingen: Lied 720: 1, 3, 4 en 5

Schriftlezing: Lukas 12: 13-21
Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Zingen: Lied 843

Uitleg en verkondiging

Zingen: Lied 538:1,3 en 4

Inzameling van de gaven (met toelichting door de diaken)
Dankgebed en voorbeden – Stilgebed – Onze Vader

Slotlied: Lied 704

Zegen, beantwoord met gezongen Amen


 

terug
×